Spreek je uit, deel en inspireer!
Bewegen helpt om zelfredzamer te zijn
Een actieve leefstijl voor ouderen betekent ook actief blijven in en om het eigen huis. Juist ook wanneer er zorg nodig is.

Hoe zet je als zorgprofessional sport en bewegen in om zelfredzaamheid van ouderen te vergroten?
Uit onderzoek (2023) blijkt dat van alle 65-plussers 60% onvoldoende beweegt. Wanneer ouderen meer zorg ontvangen, worden zij vaak onnodig veel geholpen met dagelijkse handelingen die ze (deels) zelf nog kunnen doen. Dit is nadelig voor het eigen functioneren en dus de zelfredzaamheid van ouderen. Een actieve leefstijl voor ouderen betekent ook actief blijven in en om het eigen huis. Juist ook wanneer er zorg nodig is. Werken volgens de principes van reablement wil zeggen dat zorgprofessionals mensen helpen om hun eigen leven zo lang mogelijk op hun eigen manier te leiden. Bewegen daar waar mogelijk, en hoe klein ook, blijft heel belangrijk. Op deze pagina lees je waarom dat is en hoe je kunt bijdragen aan meer en voldoende bewegen voor ouderen.
Wat is de relatie tussen zelfredzaamheid en bewegen?
Beweging speelt een belangrijke rol bij het vergroten van de zelfredzaamheid van ouderen. Ouderen die voldoende bewegen hebben namelijk minder kans op acute zorgproblemen en chronische aandoeningen. Ze blijven mobieler en hebben minder kans om op mentaal of cognitief gebied kwetsbaar te worden. Om ouderen langer vitaal en zelfredzaam te houden is een gezonde en actieve leefstijl belangrijk. Bewegen maakt dat mensen meer zelfredzaam zijn. Iemand kan dan (weer): zelf de deur open te doen, zelf boodschappen te doen en het eten klaar te maken en zo nog veel meer. Als mensen (weer) buiten komen, ontmoeten ze andere mensen, maken een praatje. En dat leidt weer tot zich minder eenzaam en kwetsbaar voelen. Kortom: het stimuleren om voldoende te bewegen (en geen onnodige dingen van hen over te nemen) draagt bij aan zelfredzaamheid en dingen (weer) op je eigen manier kunnen doen (eigen regie). Ook kan iemand weer meedoen in de maatschappij. Iemand kan van betekenis zijn voor een ander. Daar wordt iedereen blij van.
Waarom is blijven bewegen zo belangrijk?
Bewegen versterkt de spierkracht en verbetert het functioneren van hart- en bloedvaten. Daardoor heeft iemand minder kans om ziek te worden. Voldoende bewegen vergroot ook het uithoudingsvermogen, de spierkracht en conditie. Dit maakt dat iemand zich fitter en energieker voelt, en ook alerter reageert. Ook vermindert bewegen de lichamelijke en cognitieve achteruitgang, zoals dementie en alzheimer. Bewegen verlaagt ook het risico op vallen en botbreuken.
Wat zijn redenen van ouderen om te bewegen? Wat willen ze graag doen?
Ouderen geven gezondheid aan als belangrijkste reden om te bewegen. Ze noemen: fit blijven, fitter worden, afvallen en dingen blijven doen die ze willen. Onafhankelijk willen zijn, zonder steun van anderen. Maar ook: buiten actief zijn en leuke activiteiten doen. Activiteiten die ouderen graag doen: wandelen, zwemmen en fitness. Gezelligheid en samen actief zijn, zijn voor ouderen belangrijke redenen om elke week te bewegen.
Hoe stimuleer je ouderen tot meer bewegen?
Als zorgprofessional heb je een belangrijke rol als het gaat om contact, signalering, activering en je kunt direct inspelen op de wensen en behoeften van ouderen. Iedere oudere heeft eigen redenen om wel of niet te willen of kunnen sporten en bewegen. Sommige mensen hebben het van huis uit meegekregen en waren vroeger actief of hebben aan sport gedaan. Dit noemen we: beweegkapitaal. Dit beweegkapitaal blijkt een goede voorspeller te zijn voor hoe mensen op latere leeftijd omgaan met bewegen. Ook als hun situatie verandert, bijvoorbeeld het overlijden van een partner of het krijgen van (chronische) ziekten. Het werkt goed om aan te sluiten bij de ervaring en behoeften van ouderen. Als iemand weinig heeft met bewegen, is het belangrijk om te kijken waar iemand wel enthousiast over is. Zelfs hobby’s als lezen en koken zijn actiever te maken door bijvoorbeeld regelmatig in het park of de tuin te gaan lezen en voor het koken verse ingrediënten te gaan kopen op de markt of in de winkel.
Hoeveel bewegen is nodig?
In 2017 zijn er nieuwe beweegrichtlijnen opgesteld. Voor volwassenen en ouderen geldt: Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel. Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen. Voorkom veel stilzitten.
Wat helpt ouderen om fitter te worden? Wat helpt bij het motiveren om meer te bewegen?
Kleine stapjes – thuis of in verpleeghuis beginnen
Kijk eerst naar bewegen in en om het huis en verpleeghuis. Stimuleer mensen om elke dag één of meerdere huishoudelijke klussen te doen. Kijk welke materialen beschikbaar zijn om binnenshuis oefeningen te doen.
Contacten dichtbij huis of verpleeghuis zijn belangrijk
Stel voor om samen met iemand te gaan bewegen. Bijvoorbeeld wandelen met de buurvrouw/-man kan gemakkelijk vanuit huis of verpleeghuis en kun je zo lang/kort maken als iemand aankan. Een beweegmaatje helpt als ‘stok achter de deur’ om weer te gaan en maakt het gezelliger.
Zorg voor plezier en ontspanning
Voor bijna zeven op de tien ouderen met een chronische aandoening is plezier, gezelligheid en ontspanning een belangrijke stimulans om meer te bewegen. Vraag de ouderen naar activiteiten waar ze (bijvoorbeeld vroeger) veel plezier aan beleefden en naar welke beweegactiviteiten ze graag kijken.
Bewegen onder begeleiding
Voordelen van bewegen in een groep zijn de begeleiding en de gezelligheid met anderen samen. De beweegdocent zorgt voor een gezellige les waarin aandacht is voor veiligheid en mogelijkheden van de deelnemers. Neem een oudere mee om zo het eerste contact te leggen en laat hen meedoen. Als zorgprofessional is het goed te weten waar en welke (beweeg)locaties en -activiteiten er in jouw wijk of gemeente zijn. Vraag de gemeente voor een actueel overzicht van: activiteiten, buurtsportcoaches, welzijnsorganisaties, buurthuizen of wijkcentra. Of zoek via google op: [naam gemeente] en beweegactiviteiten voor ouderen of buurtsportcoach ouderen.
Met wie werk je samen aan meer bewegen?
Zorgprofessionals kunnen helpen bij hoe meer te bewegen en dat op een veilige manier te doen. Denk bijvoorbeeld aan samenwerken met een fysiotherapeut. Of een ergotherapeut die kan helpen om dingen op een makkelijkere manier te doen of een passend hulpmiddel te gebruiken. Werk samen met de oudere. Dit vraagt om vertrouwen (en dus tijd). Bepaal samen wat de oudere wil bereiken en hoe dat het beste aan te pakken. Kijk wat iemand zelf kan doen of wie daar het beste in kan ondersteunen. Werk samen met andere professionals. Vragen en behoeften van ouderen kunnen verschillend zijn. Werk daarom samen met andere professionals, maar ook mantelzorgers, vrijwilligers en buurtgenoten. Zo vormt zich een divers netwerk rond de oudere. Kijk naar goede voeding. Om goed te kunnen bewegen is het belangrijk dat je goede voeding hebt. Is iemand futloos of moe, dan kan het zijn dat de voeding onvoldoende is. Wil je weten of dat zo is? Dan kun je met een diëtist overleggen wat voor deze persoon goede voeding is, waarbij ook rekening wordt gehouden met de aandoeningen van deze persoon. Wil je meer weten over eten en drinken bij ouderen? Bekijk dan ook eens het thema Eten en drinken op Zorg voor Beter.
Bron Kenniscentrum Sport & Bewegen https://www.zorgvoorbeter.nl/thema-s/zelfredzaamheid/bewegen-en-zelfredzaamheid?utm_medium=email