Spreek je uit, deel en inspireer!
Print blogartikel
Als ik tegen het eind van mijn bezoek vraag of ze een stukje wil spelen, heeft ze geen aanmoediging nodig. Ze kruipt enthousiast achter de piano. Haar vingers beginnen direct te dansen over de toetsen. De huiskamer verandert op de driekwartsmaat in een Weense balzaal. De middag in een Nieuwjaars ochtend. Straks kijken we samen naar het schansspringen in Garmisch-Partenkirchen. Haar eenzaamheid is verdwenen. Aan het begin van ons bezoek speelde ik ook iets voor haar. Maar dat is ze alweer vergeten…
Wat ze niet vergeten is, dat dit huis niet als thuis voelt. Ze waren hier net naartoe verhuisd, toen haar man een beroerte kreeg en direct door kon verhuizen naar het dichtstbijzijnde verpleeghuis. Dat is nu tien jaar geleden. Niet lang daarvoor verloor ze haar dochter en haar moeder. En drie jaar geleden overleed haar man. Ze mist het dagelijks loopje naar hem, dat haar leven structuur gaf. En al die gebeurtenissen dicteren nu haar leven. Vormen het fundament van haar eenzaamheid.
Ze is enthousiast tijdens het afnemen van de test. ‘Het lijkt wel een spelletje’, zegt ze. Ze geniet van het contact. Leeft er zichtbaar in op. Maar ik vind duidelijke beperkingen. De regie glipt geleidelijk uit haar handen. Die diagnose kan ik er wel van maken, maar de grote vraag is of het genoeg is. Genoeg om haar te laten verhuizen naar een plek, waar ze zich geborgen kan voelen. Kan genieten van sociale verbindingen en waar haar haperende startmotortje vanzelf weer op gang komt. Iets, dat ze zelf ook heel graag wil: 'Ik pak zo mijn koffers.....'
Maar eenzaamheid telt niet. Het systeem vraagt om aantoonbare functionele beperkingen. Ondanks haar cognitieve achteruitgang redt ze zich praktisch gezien nog aardig. Ze kan zichzelf wassen en kleden. Kan de magnetron nog bedienen voor de kant en klaar aangeleverde maaltijden. Ze dwaalt niet. Ze slaapt goed. Ze eet goed. Neemt haar medicijnen in. Ze is niet depressief in de zin dat medicatie iets voor haar zou kunnen doen. Maar haar lijdensdruk is hoog, omdat ze geen regie meer heeft over haar emotionele behoefte en de oplossing lijkt eenvoudig.
Maar niet in Nederland. Want eenzaamheid kun je niet meten. En om met Brené Brown te spreken: ‘If you can’t measure it. It doesn’t exist’. Dat is het systeem en de samenleving waar we in leven. Het maakt me verdrietig. Diep verdrietig. Op een schaal van tien?
Doe maar een tien.